Toen Thijs Schaaphok tijdens een zomervakantie 3 weken mocht meevaren op een schip viel hij als een blok voor de scheepvaart.

‘Ik ga de zee op’, zei Thijs op zijn zestiende. Toen hij tijdens een zomervakantie 3 weken mocht meevaren op een schip viel hij als een blok voor de scheepvaart. En zo zou het blijven tot hij met dezelfde passie koos voor een walbaan bij de Rwe Energiecentrale in de Eemshaven.

 

Cowboyverhalen

Na de mavo ging Thijs dan ook meteen naar de zeevaartschool in Delfzijl voor de opleiding maroff niveau 4. Vanaf de eerste dag voelde Thijs zich daar als een vis in het water.

Hij genoot van alle lessen en vakken en van de cowboyverhalen die er werden verteld. De praktijkdocenten hadden namelijk zelf ook gevaren en wisten de lessen als een spannend jongensboek te brengen. Midden in de school stond een enorm motorblok van Wartsilä waar veel op werd geoefend. En zo ontdekte Thijs dat de techniek hem het meest aansprak. “Misschien word ik wel machinist”, dacht hij.

 

“zeewater met een scheutje diesel in de aderen”

Thijs keek uit naar de stages en mocht eerst vertrekken op een schip van Wagenborg. De Taagborg, een general cargo schip, maakte met verschillende soorten lading een reis van 5 maanden. Aangezien Thijs al eerder had gevaren, kon hij vanaf het begin genieten en zich goed inzetten, waardoor hij veel ervaring opdeed. Tijdens zijn eerste stage wist hij het zeker. “Ik word machinist.”

De tweede stage was opnieuw op een schip van Wagenborg: de Beatrix. Tijdens deze reis deed Thijs opnieuw veel ervaring op in de machinekamer. Inmiddels heeft hij “zeewater door de aderen stromen, met een scheutje diesel”, aldus Thijs.

 

Voor het eerst sinds jaren thuis met kerst

Na zijn diplomering ging Thijs onder contract bij Wagenborg als 3de machinist en doet hij vol enthousiasme 3 reizen. Hij leert iedere reis bij en vaart op een 12/8 schema. De 8 weken thuis zijn steeds een feest, maar hebben toch ook nadelen. Ten eerste dat je weer afscheid moet nemen en ten tweede dat iedereen doorgaat met zijn leven, terwijl jij thuis zit.

Toch knoopt Thijs er nog een vierde reis aan vast en vertrekt als 2demachinist op de Maxima. Hier komt hij voor een technische uitdaging te staan die hij, tezamen met een collega, goed volbrengt. Trots vertrekt Thijs dan ook vlak voor kerst naar huis om voor het eerst sinds jaren thuis de feestdagen door te brengen en van een lang verlof te genieten.

Om een onverwachte reden wordt Thijs gedwongen er over na te denken of er een volgende reis moet komen. Gaat hij weer naar zee, naar zijn geliefde machinekamer, de mix van zeewater en diesel? Of kiest hij voor een baan aan de wal, zijn sociale leven en een andere horizon? De keuze valt hem zwaar.

Technische Thijs is een mensenmens

Bij Skick vindt hij de oplossing. “Ik heb eerst uitgebreid en goed met Hiddo gesproken”. Thijs kon aangeven wat hij belangrijk vindt in een baan en de beoogde vacature, een walbaan in de Eemshaven, lijkt hieraan te beantwoorden.

Toch neemt Thijs de tijd om hier goed over na te denken en dan hakt hij de knoop door. Hij gaat solliciteren en wordt aangenomen bij de Elektriciteitscentrale in de Eemsdelta, zijn thuishaven. Alsof het zo moest zijn.

Hoewel de stap naar de wal groot voelt, vindt Thijs bij de elektriciteitscentrale veel herkenning met de zeevaart. De energiecentrale is als een enorm grote machinekamer. Hij wordt er meteen goed opgevangen en begeleid en heeft er fijne collega’s met wie hij goed samenwerkt.

Technische Thijs is en blijft een mensenmens en weet vanuit de zeevaart hoe belangrijk samenwerken is. Zijn werk als ‘loper’ lijkt op zijn werk als machinist. Storingen kunnen zich immers overal voordoen. Aan boord ontwikkel je een breed technisch inzicht en dat heb je in de energiecentrale ook nodig. De techniek vindt hij erg interessant; zo interessant dat hij aan de opleiding WTK in energiecentrales is begonnen. “Er valt weer veel te leren”, zegt hij lachend